Waarom een nieuw pensioenstelsel (Wet toekomst pensioenen en Pensioenakkoord)?
Hoewel internationale onderzoeken vaak laten zien dat het Nederlandse pensioenstelsel tot de beste ter wereld behoort, stond het al enige tijd onder druk. Een vernieuwing van het pensioenstelsel was daarom onvermijdelijk. Factoren zoals de lage rente en de stijgende levensverwachting hebben de zwakke punten van het huidige pensioensysteem blootgelegd. De Wet toekomst pensioenen en het Pensioenakkoord moeten zorgen voor een nieuw pensioenstelsel dat klaar is voor de toekomst.
Na meer dan 10 jaar voorbereiding werd op 5 juni 2019 een principeakkoord bereikt tussen het kabinet, werkgevers en werknemersorganisaties. Dit akkoord staat bekend als het Pensioenakkoord. De Wet toekomst pensioenen is hier een belangrijk onderdeel van. Op 30 mei 2023 stemde de Eerste Kamer in met deze nieuwe pensioenwet, die op 1 juli 2023 is ingegaan. Voor bestaande pensioenregelingen geldt een overgangsperiode tot 1 januari 2028. Vrijwel alle werkgevers en werknemers in Nederland zullen met deze veranderingen te maken krijgen. Lees hier meer over het nieuwe pensioenstelsel.
De belangrijkste punten uit het Pensioenakkoord
Het Pensioenakkoord is eigenlijk een set van maatregelen. Deze kunnen wij onderverdelen in een aantal hoofdpunten.
- Wet toekomst pensioenen. Dit is het meest impactvolle en complexe onderdeel uit het Pensioenakkoord. Hierbij gaat het vooral om het aanvullende pensioen dat men via een werkgever opbouwt (ook wel het tweede pijler pensioen genoemd). De grootste verandering zal zijn dat er straks alleen nog maar beschikbare premieregelingen (premieovereenkomsten) bestaan. Dit betekent dat de middelloonregeling en eindloonregeling zal verdwijnen.
Deze nieuwe pensioenwetgeving gaat per 1 juli 2023 gelden. Er wordt voorzien in een overgangsperiode tot 1-1-2028. Daarom wordt ook wel gesproken over nieuw pensioenstelsel 2028. Om de overgang naar de nieuwe pensioenregeling in goede banen te leiden creëert de wetgever een zogenaamd transitiekader. Verder is dit artikel gaan wij hier dieper op in. Ook de aandachtspunten en actiepunten komen hierbij aan bod. Het Wetsvoorstel toekomst pensioenen zal naar alle waarschijnlijk op 30 mei 2023 door de Eerste Kamer worden goedgekeurd. - Wet temporisering verhoging AOW-leeftijd. Deze wet is al sinds 2020 van kracht en regelt dat de AOW-leeftijd in de toekomst minder snel zal stijgen. Ook de koppeling tussen de levensverwachting en de AOW-leeftijd is aangepast. Als de resterende levensverwachting van een 65-jarige nu 1 jaar langer wordt zal de AOW-leeftijd met 8 maanden opschuiven (dit was 1 jaar, ofwel een een-op-eenkoppeling). De gewijzigde koppeling gaat overigens ook gelden voor de pensioenrichtleeftijd (welke geldt voor het aanvullend pensioen via de werkgever).
- Wet bedrag ineens, RVU en verlofsparen. Voor de twee laatstgenoemde onderdelen geldt dat u hier nu al gebruik van kunt maken. De wetgeving voor het bedrag ineens zal naar verwachting per 1 januari 2024 van kracht worden*. Verlofsparen en de RVU-drempelvrijstelling maken het mogelijk om eerder te kunnen stoppen met werken (het Pensioenakkoord is niet alleen voor zware beroepen). Van belang is wel om te melden dat van de RVU-drempelvrijstelling slechts tijdelijk gebruik kan worden gemaakt. Primair blijft het de verantwoordelijkheid van de werkgever om beleid te ontwikkelen dat erop gericht is dat werknemers gezond hun pensioenleeftijd kunnen bereiken. Meer over de Wet bedrag ineens leest u hier. Wilt u meer weten over de nieuwe mogelijkheden om eerder met pensioen te kunnen? Lees dan hier het nieuwsartikel dat wij hierover hebben gepubliceerd.
*De minister van SZW heeft in september 2024 aangegeven dat het wetsvoorstel niet eerder dan 1 juli 2025 in werking zal treden. Lees meer in het nieuwsartikel.
Wijziging arbeidsvoorwaarde pensioen
Uiteindelijk is het Pensioenakkoord en de Wet toekomst pensioenen niets meer of minder dan een wijziging van de pensioenregeling. Een wijziging van de arbeidsvoorwaarde pensioen is niet zonder meer mogelijk. Medezeggenschap en instemmingsrecht zijn hierbij twee belangrijke punten. Werkgevers moeten vooraf weten welke mogelijkheden zij hebben om de pensioenregeling te kunnen aanpassen. Werknemers en de personeelsvertegenwoordiging (OR of PVT) zullen willen weten wat hun rechten zijn. Tijdig beginnen en je goed laten adviseren is bij dit soort wijzigingstrajecten van groot belang. Vergeet ook de pensioencommunicatie niet.